Doorn die verlost
Sommige gewoonten of karaktereigenschappen en sommige gedachten kunnen wij niet uit ons hoofd zetten. Wat we ook doen en hoe sterk we ook wensen om er vanaf te geraken, het lijkt een onoverwinnelijke eigenschap in onszelf te zijn waarvan we niet verlost geraken. Het is alsof er in ons een bezetene, obsessieve persoon woont die meester van ons is en onze geest dwangmatig en willoos maakt.
Een persoon die ergens door geobsedeerd is, kan de gedachten niet uit zijn hoofd zetten, hoewel hij of zij dit meestal wel wil. Het dwangmatig denken leidt vaak tot dwanghandelingen en verslavingen.
Mijn vriend Paulus beschrijft in een van zijn brieven aan de Korintiërs dat hij kampte met een doorn in zijn vlees.
Iets dat hem kwelde en constant in de weg stond om zich verlost te voelen.
Kampen wij niet allen met iets dat ons gevangen houdt of waar we liever van verlost zouden worden?
Voor de ene is dat een ziekte of een handicap, voor de andere een slechte partnerrelatie of een constant gemis naar een beminde, of financiële moeilijkheden die je het leven zuur maken. Voor velen is het stress of burn-out.
Bijna iedereen zit met een doorn in zijn vlees of in zijn geest.
Doornen hebben een betekenis. Ze zijn er niet om je het leven moeilijk te maken. Ze zijn er om je te verlossen.
In de natuur beschermen ze de planten tegen vraatschade.
Ook in ons leven beschermen ze ons.
Dankzij de doornen in ons vlees worden we gedwongen om uit onze oppervlakkige comfortabele situatie te komen en worden we verplicht om naar oplossingen te zoeken. Zoekende zullen we hopelijk in de diepere lagen van het leven terecht komen en daar eenvoudige schoonheid ontdekken.
Verlost worden van onszelf.
Van onze dwingende gedachten.
Van onze kleine of grote verslavingen.
Van onze chronische onzekerheden en onze angsten.
Van onze grote verwachtingen.
Van onze duizenden illusies.
Van onze zinloosheid.
Het universum houdt zijn belofte.
Wie zoekt die vindt.
Meditatie 23 Januari 2020