De erfenis
Het is verwonderlijk dat sommige mensen de aard van hun karakter nog steeds niet kennen.
Te meer omdat er overal spiegels zijn waarin ze zichzelf kunnen in spiegelen, waarin ze zichzelf in kunnen herkennen.
De spiegel van de grootouders.
De spiegel van de ouders.
De spiegel van de broers of zussen.
De spiegel van de kinderen of zelfs de kleinkinderen.
Wij worden geboren met een combinatie van genen die we van onze beide ouders erfden. Daarenboven worden we door die ouders ook nog opgevoed. Op die manier erven we twee keer de eigenschappen. Een keer door de biologische overdracht en de tweede keer door de psychische overdracht. Dat zijn de kaarten die we krijgen en waarmee we het spel van het leven moeten spelen. Onze genetische gietvorm en onze opvoeding.
Een aantal typische eigenschappen die we bezitten kunnen we herkennen in onze ouders en een aantal kenmerken zien we terug in onze kinderen. Dat vergemakkelijkt ons inzicht van wie we oorspronkelijk biologisch zijn.
Maar we zijn zoveel meer dan dat.
We hebben een eigen unieke geestelijke groei doorgemaakt dankzij onze vorige levens.
Elk leven gaf ons door middel van ervaringen, als maar grotere bewustwording. Elk leven heeft een afdruk in ons achtergelaten. We erven dus ook een aantal fundamentele inzichten die we vanuit onze vorige levens hebben opgedaan.
De universele wijsheid en haar liefde heeft ons daar bij geholpen. Dikwijls hebben we het gevoel dat we aan ons lot worden overgelaten en we er helemaal alleen voor staan.
Het universum heeft je lief met een trouwe liefde die we hier op aarde nauwelijks kennen.
Die gevoelens van verlatenheid krijgen we van zodra we ons hart verlaten en te veel in ons hoofd zitten.
Ons hart is de zender/ ontvanger waarmee we in contact staan met het universum.
Onze ziel is het universum.
Ons ego wil zich onderscheiden, en is verantwoordelijk voor de scheiding van onze geest met ons hart. Ons ego kan enkel bestaan door zich te scheiden uit de éénheid waartoe we behoren. We zijn oorspronkelijk “wij “en we willen “ik” zijn.
Onze geest wordt geboren in een biologisch lichaam dat persoonlijke noden heeft om te overleven en daarom is het zo moeilijk om uit dat “ik” te blijven.
En op duizend en één manieren ondervinden we dat we tot een gemeenschap behoren en alleen niet kunnen bestaan. Deze contradictie moeten we doorleven in dit lichaam.
De aarde waarop we geboren werden bestaat uit dualiteit. En dualiteit is het gevolg van scheiding. Er bestaat geen dualiteit in de eenheid. De eenheid is juist het tegenovergestelde van dualiteit. Deze paradox kunnen we hier aan de lijve ondervinden door als een niets behoevende geest in een behoevend lichaam te komen wonen.
Dan maken we de keuze.
Of we kiezen voor ons lichaam en al onze aandacht gaat daar heen of we kiezen voor onze geest en dan gaan we op zoek naar de eenheid waartoe wij behoren.
Dan leren we al zoekend ons “ik” te verkleinen en ontmoeten we onszelf in het ”wij”
Non-dualiteit noemen diegenen dat die dit doorzien en doorvoelen.
Zonder dualiteit leven is leven zonder vrees en zonder oordeel, zonder vijanden, zonder dromen en verwachtingen. Geluk staat niet meer in contrast met verdriet, het verleden en de toekomst vallen samen in het enige “nu”-moment.
Een zacht maar sterk gevoel van vrede en liefde schenkt je een blijvende vreugde, die nooit afneemt. Je bent één en alles tegelijkertijd. Je bent gisteren en morgen in hetzelfde moment. Tijd en ruimte zijn verdwenen, leegte is volheid en de volheid is leegte.
Evenwicht is de gewichtloosheid.
Niets moet en alles kan en mag.
Alle weerstand van bescherming of argwaan is weg. Enkel vertrouwen en liefde heerst.
Je hebt geen lichaam meer nodig want je bent het universum zelf. Een kostbare onzichtbare eenheid.
Meditatie 17 december 2019