Los komen van je ouders
In ons leven wordt de navelstreng drie keer doorgeknipt.
De eerste keer tijdens de bevalling.
De tweede keer als je je vrij gemaakt hebt van jouw opvoeders en je eigen beslissingen neemt.
De derde keer als je ouders sterven.
Zo heb ik dat mogen ervaren.
Nu heb ik het over de tweede keer.
Je ouders zijn een groot deel van wie je zelf bent. Ze hebben niet alleen je hun genen gegeven maar daarboven op hebben ze je in je kneedbaarste jonge vorm vol gestopt met hun principes en hun gedachten. Opvoeding noemen we dat. En natuurlijk is het dankzij de overlevering dat we als mens zijn geëvolueerd tot wat een mens vandaag de dag kan en is.
Maar toch zit er een adertje onder het gras.
Deze mentale vorming kan je vergelijken met de programmering van een computer.
Wie zijn we zelf?
Zolang we ons niet zelfstandig los maken en onszelf herprogrammeren blijven we een soort kopie van onze ouders.
Dat losmaken is de tweede navelstreng doorknippen.
De dagelijkse vraag wie ben ik, zal je steeds dichter brengen bij de persoon die verstopt en verstrikt zit in de programmering van zijn opvoeders.
Normen, gedachten, principes, overtuigingen zijn de bergen die tussen jou en jouw werkelijkheid de scheiding maken.
Als kind van 13 jaar voelde ik aan dat ik nooit vrij zou kunnen zijn en worden wie ik was zolang ik onder de vleugels van mijn ouders zou blijven en ik smeekte hen om naar het internaat te mogen van de tuinbouwschool in Vilvoorde.
Daar ontwikkelde ik mij zonder toezicht en de dominantie van mijn ouders.
Na enkele moeilijke jaren van onwennigheid en verdriet vond ik rust in mijn natuurlijke vorm.
Ik ontdekte mijn kracht en mijn talenten dank zij de affirmaties die leerkrachten en medeleerlingen me gaven.
Ik leerde vechten en me verdedigen en kreeg respect en leiderschap omdat ik durfde ingaan tegen onrecht en dominantie.
Ik smeedde vriendschappen door te helpen en te begrijpen. Ik durfde me blootstellen aan onzekerheid en twijfels en er met mensen over praten.
Langs alle kanten werd ik opgebouwd en afgebroken en vond ik de gulden middenweg door los te laten of door door te gaan.
Niemand manipuleerde me nog met angst of met liefde.
De liefde voor mezelf werd sterk en betrouwbaar en ik kon liefhebben als een puppy maar ook grommen als een beer.
Er ontstond een afstand tussen mij en mijn ouders, een afstand alsof ik in een vliegtuig van de startbaan naar de lucht overging en na een tijdje alles klein onder mij zag bewegen. Zij merkten niet veel op en bleven dezelfde als daarvoor, maar ik veranderde en deelde mijn vrijheid niet met hen.
De tweede navelstreng was doorgeknipt.
Eigenaardig genoeg heeft dit ook een effect gehad op de definitieve scheiding toen mijn ouders stierven.
Ik voelde me op dat moment niet meer verbonden met hen door wie ze waren en wat ze wel of niet voor me gedaan hadden, maar het was de natuurlijke scheiding die het leven meebrengt en ik had mij daarmee al lang verzoend.
En al mijn verwijten en frustraties waren opgelost op mijn weg naar wording.
Ik moest ze zelfs niet meer vergeven want er was bij hen nooit kwade wil geweest. Ook zij zaten vast in de oude patronen en zeker in hun tijd was daar van loskomen enkel mogelijk voor marginalen en kunstenaars.
De laatste navelstreng was veel gemakkelijker om door te snijden.
Het leven deed het voor mij en ik had er vrede mee.
Meditatie 28 februari 2022