Drie stadia van zijn.
Het valt niet te begrijpen.
De ware kennis van het leven ervaar je, maar kan je niet begrijpen.
Wij mensen wij willen grijpen.
Met ons verstand (be-) grijpen.
Ons verstand werkt met vergelijkingen.
We benoemen alles zoals we het verdeelden.
Hetgeen niet te verdelen is, verdelen we toch, naar het verschil dat wij er in maken. Ons lichaam met haar beperkte zintuigen en het daarbij horende verstand zijn de basis van al wat wij geloven en beoordelen. Zolang wij alles beoordelen vanuit die basis zullen we ons vergissen en zullen we nooit het leven doorgronden of begrijpen.
Je weet dat je bent.
Ook zonder dat lichaam ben je.
Dit is het weten dat uit niets bestaat.
Want iets is hetgeen we kennen en niets is hetgeen wij nog niet kennen.
Weten dat we zijn, ook zonder dit lichaam, is de eerste belangrijke stap naar het vrij komen uit materie of vorm.
En als we ons niet meer vereenzelvigen met ons lichaam kunnen we ons opnieuw verbinden met wie we zijn zonder lichaam.
De gewaarwording “ik ben” zonder gedachten en zonder lichaam is het onbewuste Zijn. Het volle bewustzijn.
Het zijn kent drie stadia.
Het eerste zijn is de vereenzelviging met ons lichaam. Ik ben.
Het tweede zijn is de ervaring dat we zijn zonder lichaam en behoren tot de gemeenschap van het leven.
Het derde Zijn is de beleving dat we zowel de oorsprong als het gevolg zijn van het leven.
Dit is niet te begrijpen maar het is weten zonder te begrijpen.
Het zaad dat rijpt op de plant is van de plant zelf, het is de plant.
Het zaad dat gerijpt valt naast de plant is nog steeds van de plant, de plant zelf.
Het zaad dat ontkiemt naast de plant is nog steeds de plant, de plant zelf.
De oorsprong van wie we zijn kunnen we met dit voorbeeld herkennen.
Wij zijn de oorsprong en het vervolg.
We zijn het begin en het einde zonder begin of einde. We zijn ongeboren en onsterfelijk van altijd en oneindig.
Meditatie 10 januari 2021
