De reis voorbij ruimte, lichaam en tijd
Ruimte en tijd zijn begrippen die we met onze geest nodig hebben om te kunnen denken.
Wij denken dat we kunnen zijn omdat er een ruimte rond ons is.
Die ruimte hebben we zelf uitgevonden.
Een bedenksel van onze geest die verbonden is aan ons lichaam. Zo benoemen we ook de kosmos ‘ruimte’, alsof wij weten dat er maar één kosmos is.
De zwarte gaten verraden iets anders.
Ruimte kunnen we een beetje vergelijken met stilte. Het voorwerp in de stilte is geluid terwijl een voorwerp in de ruimte een lichaam is. Als je de stilte vult met geluid, dan oordelen we dat de stilte weg is, maar als je je een beetje verplaatst, is de stilte er terug.
Zo ook de ruimte. Je kan ze niet opvullen, want ze bestaat niet of ze is oneindig. Twee begrippen die onze geest niet aankan, omdat wij geloven in begin en einde en in geboorte en dood.
Op juist dezelfde manier beoordelen wij het leven. Als het waarneembaar is en begrijpelijk, dan bestaat het. Anders niet. Dat beoordelen we als niet bestaand of dood.
Het is voor ons onmogelijk om te begrijpen dat het leven geen tijd en geen ruimte en geen lichaam nodig heeft om te zijn. Daarom is het nooit een kwestie van begrijpen, maar wel van aanvoelen. Het weten zonder bewijs.
Door de gaten in ons lichaam loopt het leven bij ons naar binnen en naar buiten.
Maar door een kleine opening in ons hart bereiken we onze ziel die het leven is.
Het leven zonder tijd en zonder ruimte, zonder lichaam of zonder ego. Het alles en het niets in één.
De liefde in zijn volle vorm en in zijn enorme leegte waar plaats is voor alle misdadigers en mislukkelingen.
In mijn wijsheid weet ik dat ik niets ben.
In mijn liefde weet ik dat ik alles ben.
Goede reis wereldling.
Meditatie 9 maart 2019