Ziekte geneest
Indien we geleerd hebben om ons niet meer te verzetten tegen wat is, en pijn, tegenslag, ongeluk en verdriet als een onderdeel van het weefsel van “worden “aanvaarden, dan kunnen we de diepe helende taak van ziekte en tegenslag in ons leven herkennen en accepteren.
Het is de ziekte die geneest.
Zonder ziekte zouden we nooit stil gezet worden in de manier waarop we met onszelf en met de anderen omgaan.
Zonder tegenslag zouden we denken dat al wat we doen wel oké is en niets ondernemen om het te veranderen.
Zonder verdriet zouden we fluitend en zingend, oppervlakkig verder leven en de zo belangrijke diepten missen die ons naar de eeuwige vreugde leiden.
Zonder pijn zouden we in de volle onwetendheid blijven geloven dat we intelligente wezens zijn die ver boven alle andere wezens uitsteken en in onze eigenzinnigheid ongeremd verder doen waarmee we bezig zijn.
De ziekte is de ziekte niet.
De ziekte is het geneesmiddel voor de veel grotere ziekte die ons besmet heeft en die pijnloos verder woekert als een onzichtbare pandemie.
Het is die ziekte die scheiding maakt en reeds duizenden jaren het mensdom afzondert van de éénheid van het leven en dualiteit en vijandschap opwekt.
Dokters en psychologen strijden om ons in de ziekte te houden omdat ze geen ander middel vinden om ons te genezen. Telkens opnieuw vechten ze tegen de symptomen van de onderliggende ziekte die de oorzaak is van alle ziekten.
Natuurlijk wonen wij in een sterfelijk lichaam dat maar tijdelijk onze ziel herbergt. Het leven is een constante metamorfose, steeds in verandering en vernieuwing. Ook ons lichaam groeit, bloeit en wordt terug opgenomen in de kringloop van ontbinding en geboorte.
Maar wij sterven niet.
Want wij zijn het leven zelf dat onsterfelijk is en bestond nog voor er enige materie was, nog lang voor de big bang. Eeuwig lang. Tijdloos lang.
In deze essentiële verbinding met het geheel geloven we niet meer.
En deze verbinding heet liefde.
We geloven niet in die liefde die onsterfelijk ons eeuwig verbindt met al wat is en met elkaar.
In tegendeel we zijn vijanden van elkaar en we misbruiken alle levende wezens naar ons eigen profijt zonder rekening te houden dat ze mede eigenaar zijn van de planeet waarop we leven.
Natuurlijk zijn we bang.
In een wereld zonder liefde heerst de angst.
Want angst is het tegendeel van liefde.
Niet de haat, zoals zo velen denken.
Het is die angst die ons begrenst en wapens eist. Vechtend trekken we de lakens naar ons toe zonder enig benul te hebben dat we daardoor de anderen en onszelf vernietigen.
Misschien moeten we zoals Atlantis verdwijnen om later terug te komen.
Misschien moeten we op een andere planeet ervaring opdoen of terug als eencellig wezen herbeginnen in een nieuwe groei naar liefde.
Het is de liefde die geneest.
Al wat ziek is zal genezen.
Dat is de belofte die de liefde mij influisterde en ik zeggen mag.
De liefde heeft een onvoorstelbaar geduld en vertrouwen en geeft ons al de tijd om naar haar toe te gaan.
Meditatie 9 september 2020