Ze zijn weg.
Ze zijn weg.
Mijn vader en mijn moeder.
Ze zijn weg.
Anders dan vroeger toen ze weg gingen, dan konden ze terug komen.
Dat deden ze toen ook niet.
Ze bleven weg.
Nu zijn ze al jaren weg.
Maar alles rond hen is ook weg.
Herinneringen blijven.
Maar vervagen.
Soms zijn ze weg.
Als mos dat de namen op de grafstenen overgroeit zo neemt de tijd ze weg.
Ze zijn weg.
Verdwenen uit de drukte van hun leven.
Niets lijkt nog belangrijk wat ze deden want alles draait verder zonder hen.
De muziek waarvan ze hielden haalt ze even terug bij mij.
Sommige zinnen blijven klinken maar hun stemgeluid ben ik kwijt.
Op mijn geboortehuis hangt er een nieuwe naam, ook de ramen zijn veranderd.
Daar ging ik naar binnen en naar buiten.
Daar was mijn kamer.
Ik hoorde de kerkklokken luiden.
Nu ben ik daar weg.
Heb ik ze alles gezegd alvorens ze weg gingen?
Luisterden ze wel naar wat ik zei?
Ik heb ze alles gezegd.
Misschien zelfs wat te veel.
Zwijgen kan soms niet verbeterd worden.
Dat is wat zij deden.
Ze luisterden niet en zwegen.
Nu zijn ze weg.
Verzwegen door de tijd.
Meditatie 31 maart 2021