Zo oud als het heelal
De atomen in ons lichaam zijn dezelfde als de atomen van de aarde waarop we leven en de atomen van het heelal waarin de aarde zweeft.
Wij zijn levende aarde en worden na onze dood opnieuw één met de aarde.
Het grote wonder is dat het niet ons lichaam is dat onze geest draagt maar het nu juist onze geest is die ons lichaam levend houdt. Een dode mens is als een leeg huis dat op instorten staat.
In een labo hadden wetenschappers een graankorrel nagemaakt en deze naar verschillende labo’s gestuurd met de vraag om te onderzoeken wat dit was. Alle labo’s gaven unaniem als antwoord dat het een graankorrel was.
Maar nadat die kunstmatige graankorrels in de aarde gestopt werden ontkiemde er geen een. De enige graankorrel die tot leven kwam was de echte graankorrel die enkele dagen nadat hij in de aarde zat een witte pinwortel maakte en met een groen scheutje door de grond boorde.
De geest van het leven zat in de echte graankorrel maar was onmogelijk in de nagemaakte graankorrel te krijgen.
Ons lichaam bezit de bestanddelen die we ook in de aarde terugvinden maar de levende kracht zit in de geest van het leven en niet in de materie.
De geest van het leven is ouder dan het heelal.
De geest van het leven is het gehele al.
Het hele al, het heel- al.
De geest van het leven gaat in en uit de materie zoals wij in en uit ons huis gaan. Wij leven niet dankzij ons huis.
Ons huis is er dankzij ons. Wij bouwden het, onderhouden het, verwarmen het, poetsen het, repareren het.
Wij zijn de geest van het leven en hebben niet noodzakelijk een lichaam nodig om te kunnen zijn. We zijn ook zonder lichaam. Wij zijn het leven zelf dat naar believen elke vorm kan aannemen die het verkiest en in en uit de vormen kan gaan.
Meditatie 2 februari 2023