De denkgeest en de wijsheidsgeest
We nemen aan dat de oermens ongeveer driehonderdduizend jaar geleden op het toneel verscheen. Het verstand van de mens heeft zich al die duizenden jaren verder geëvolueerd tot wie we nu zijn. Een wezen dat voornamelijk nog denkt, maar bijna niet meer voelt, dat het leven een groot geheel is dat van elkaar afhankelijk is. Ons verstand heeft een nieuwe identiteit aangenomen: ‘de zelfstandige mens’.
De natuurlijke wijsheid die al de andere wezens hier op aarde bezitten, is bij de meeste mensen zo goed als uitgedoofd. Onze wijsheidsgeest wordt overschaduwd door ons verstand.
De wijsheidsgeest bestuurt het mechanisme van het totale evenwicht dat ervoor zorgt dat al de levensvormen een eenheid vormen. Ons verstand heeft zich dus afgekoppeld van de eenheid van het leven, waardoor we de wijsheidsgeest verlaten hebben.
Er is een groot verschil tussen kennis en wijsheid. Een computer kan veel kennis bezitten, maar bezit geen wijsheid. Zo ook kan ons verstand wel veel weten, maar daarom bezit het nog geen wijsheid.
Maar andersom realiseren we ons de wijsheid dankzij ons verstand. We hebben dus de twee componenten nodig om volwaardig mens te kunnen zijn binnen de gemeenschap van het leven. Wijsheid is er sowieso en heeft geen verstand nodig om te zijn. Wijsheid is het leven en haar wetmatigheid. Maar verstand zonder wijsheid bestaat niet. Wijsheid is de klei en het verstand maakt er beelden van.
En dankzij observatie, onderzoek en studie ontdekken we met ons verstand wetmatigheden in het leven. En langzaamaan zien we dat het leven steeds reageert op de wetten van oorzaak en gevolg. Elke actie creëert een reactie en die reactie wordt een nieuwe actie die opnieuw een reactie opwekt. Zo merken we dat iedereen en alles aan elkaar hangt met onzichtbare verbindingen. Zoals een spinnenweb een netwerk van verbinding is. Zoals internet een net van verbinding is.
Isaac Newton zei: ‘Ik weet niet wat de wereld van mij denkt. Maar ik zie mezelf als een kind dat aan het strand speelt en zich verheugt over een gladde kei of een bijzonder mooie schelp die hij af en toe vindt, terwijl de grote oceaan der waarheid onbekend voor hem ligt.’
Met dit citaat beschrijft hij perfect wat het verschil is tussen wijsheid en onze denkgeest. Wijsheid is de oceaan van de waarheid, en ons verstand - met zijn denkgeest - vindt aan de oevers van de waarheid de schelpjes die aanspoelen.
Een ander citaat van deze wetenschapper toont ons aan dat wij dankzij de reeds ontdekte kennis steeds meer en meer te weten komen. ‘Als ik verder heb gezien dan anderen, komt dat doordat ik op de schouders van reuzen stond.’
Langzamerhand ontvouwt zich de waarheid voor ons en worden onze interpretaties van de waarheid stuk voor stuk aangepast naar de werkelijkheid van het leven. Daarom zal de wetenschap zich steeds blijven verwonderen en haar conclusies aanpassen naargelang de werkelijkheid zich veruiterlijkt heeft.
Onze denkgeest zal zich steeds opnieuw aanpassen naargelang de ontdekkingen die de wetenschappers uit de waarheid halen.
Het is alsof wij met ons verstand in een donkere ruimte met een zaklamp schijnen en de dingen die we verlichten zien. We interpreteren dan die dingen naar de begrippen die we reeds bezitten.
Iedere mens is verbonden met de waarheid via zijn hart. Maar de meeste mensen geven meer aandacht aan hun denken en verbreken daardoor de verbinding die ze van nature hebben met de wijsheid die ze kunnen ontvangen langs hun hart.
De weg terugvinden naar ons hart is een boeiende uitdaging.
Door meditatie kunnen we terug in contact komen met ons hart.
In contact komen met onze wijsheidsgeest.
Die geest herontdekken geeft ons het gevoel dat we eindelijk thuisgekomen zijn. Eén met onszelf. Eén met elkaar. Eén met alles.
Eén met het leven.
Meditatie