Tijdens mijn wandeling kruiste ik een herinnering.
Ik stopte en keek.
Ik zag mezelf, 40 jaar jonger, wandelen in de andere richting.
Ik begroette mezelf maar je herkende me niet.
Maar ik herkende je wel, een jonge dynamische man.
Wil je vroeg me of ik je kende.
Ik kon je onmogelijk vertellen dat ik je herkende wil jij had mij nog nooit ontmoet en het was voor mij onmogelijk om je uit te leggen dat jij mij was, toen ik jong was.
Daarom antwoordde ik je dat jij erg leek op iemand die ik kende.
“Nu je het zegt” zei je “jij lijkt ook op iemand die ik ken, ik kan me hem gewoon op dit moment niet meer herinneren”